De schimmel en de fruitmand #3: Landenrisico’s

Exploderende landenrisico’s – hoe houd je de organisatie gezond en schimmelvrij als je internationaal opereert?

Een van de lessen van de afgelopen jaren is dat het internationale bedrijfsleven een enorm probleem heeft: onbekend grote gedragsrisico’s op internationale schaal. Voorbeelden daarvan: Imtech, Phillips, Arcadis. We gaan de cases hier niet herhalen, ze zijn uitgebreid in het nieuws geweest.

De essentie: rotting in het buitenland, niet zichtbaar voor het hoofdkantoor. Als de rotting zichtbaar wordt is het te laat: de schade kan internationaal enorm zijn. Of Arcadis blijft leven weet niemand, dat hangt af van hoe het in Brazilië gaat lopen.

De ECB spreekt van  “Het opvallendste hoofdrisico betreft de bedrijfsmodellen en de winstgevendheid van de banken. Beide staan onder druk als gevolg van het hoge niveau van de bijzondere waardeverminderingen van activa en de langdurige periode van lage rentes.”  Het is een voorbeeld van hoe klassiek risico-denken werkt. Want nergens in zo’n tekst kom je de killer risks tegen – volstrekt onzekere risico’s met zeer grote impact op het voortbestaan van de onderneming  – waar we het hier over hebben.  Waar de ECB het over heeft zijn zekere risico’s die in het operational risk management worden berekend als “kans x impact”.

Schimmel – en dus gedragsrisico – is geen zeker risico, maar een fundamenteel onzeker risico.

Gedragsrisico’s zijn killer risks op elke schaal, zeker op globale schaal

Gedragsrisico’s ontstaan door verschillen tussen mensen in de subjectieve beleving van wat speelt.

Dat de feitelijke neerslag in harde feiten – als gedragsrisico’s zich manifesteren – een vermenigvuldigingseffect hebben is logisch: gedragsrisico’s van mensen hangen per definitie samen met keten-activiteiten. Aan de harde kant zijn de keten- of domino-effecten van dit soort risico’s allang bekend. Denk aan wat Peter Senge daarover schreef in  ‘Fifth discipline’ (1990).

Nieuw is dat we leren dat wat Peter Senge beschrijft gevolgen zijn en dat we bij de oorzaken moeten zijn om er wat aan te kunnen doen. Wat zich razendsnel door een organisatie en in de verbinding tussen organisaties kan verspreiden is de neerslag van wat mensen bedoelen en de neerslag vooral van de mismatch in bedoelingen. Ze worden ook wel silent risks genoemd. Bedoelingen van mensen liggen aan de basis van transacties die mensen doen. Als bedoelingen niet matchen is de kans groot dat er grote risico’s (kans x impact) zijn verbonden met die transacties. Het grote aantal mislukte fusies en overnames zijn voorbeelden van dat soort transacties. Wilde avonturen in het buitenland ook. Fraude ook.

De killer risks zijn onzichtbaar aanwezig (zolang je niet meet) en doen zich dan ineens zichtbaar voor op ongekend grote schaal.

Met alleen objectiviteit eindig je in de woestijn

Paradigma shift is een wat sleets geraakt woord. Hoe lang hebben we het al over die fundamentele verschuiving en deze omdraaiing van alle waarden? Al tientallen jaren. Vermoedelijk al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw toen de eerste tekenen zichtbaar werden dat de wereld aan het veranderen is. Toch is die mysterieuze paradigma shift volop gaande in de realiteit.

Decennia lang is de objectieve realiteit de primaire ingang geweest en was identiteit en cultuur een lichaamsvreemd element  dat belegd werd bij “HR” die ook niet wist wat er mee te doen. “HR” ontleent z’n bestaansrecht in organisaties immers aan het kunnen ondersteunen van het management in de executie van haar maakbaarheidsdenken. “HR” handelt in dingen, niet in ideeën (en dus mensen). Het maakt HR tot hét blok aan het been van noodzakelijke aanpassingen aan een nieuwe tijd die juist niet meer over het ‘verdingelijken’ gaat maar over ideeën. Dus subjectiviteit en identiteit.

Subjectiviteit was de ongrijpbare grootheid waar filosofen en theoretici zich mee bezig hielden en betekent zoiets als het persoonlijk oordeel of de persoonlijke zienswijze van een individu. Dat persoonlijke of dat wat het persoonlijk maakt benoemen we met woorden als geest, ziel, bewustzijn, houdingen, gedrag, denken, gevoelens emoties. Klassiek werd subjectiviteit gezien als datgene wat aan de bewustzijnstoestanden ten grondslag ligt: de denkende ik. Subject dat wordt onderscheiden van het niet-ik ofwel het object. Nieuwe theorie laat zien dat subjectiviteit, objectiviteit en betekenis drie bronnen zijn die gezamenlijk de bewustzijnstoestand bepalen.

Nieuw denken is dat subjectiviteit en intentie de producent zijn van objectiviteit en realiteit. En dat het omgedraaide ook geldt. Nieuw denken is dat er een constante hypersnelle cyclus actief is, waarin subjectiviteit en objectiviteit voortdurend resulteren in betekenis en dus in een handelingsconstruct.

Subjectiviteit bestond altijd wel, maar als schaduwvlak, als iets dat niet echt was. Als iets dat geen geaccepteerde woorden in een overeengekomen taal had: je spreekt er niet over. Subjectiviteit heeft ook nooit communicabele coördinaten had: wáár zit die subjectiviteit dan?

Nu subjectiviteit, objectiviteit en betekenis het terrein van de meetkunde is geworden en zichtbaar gemaakt kunnen worden als statistisch relevante patronen in smart-data, verandert het spel. Compleet nieuwe stuurinformatie is beschikbaar.

De opbrengsten zijn enorm: gedrag (wat mensen doen) en cultuur (wat mensen bedoelen) zijn meetbare en voorspelbare componenten geworden binnen een control framework.

Zo’n control framework is een waarde(n)vrije taal waarin je met elkaar tot hard controls én soft controls komt.

Op het moment dat je als globaal opererende organisatie over zo’n taal beschikt, kun je risico’s beheersen die fundamenteel samenhangen met verschillen in gedrag en cultuur tussen landen.

Het maakt niet uit of je vanuit Chinese ogen kijkt naar hoe Nederlanders en de Nederlandse autoriteiten werken, of omgedraaid: dat je als Nederlands bedrijf in China zit en je moet rekening houden met de Chinese arbeidsverhoudingen en de manier waarop in China toezicht wordt gehouden.

Virtuele realiteit geeft subjectiviteit z’n platform

Objectiviteit zit in data, content, videobeelden, dus in de registraties van wat mensen doen. Maar met die objectiviteit komt subjectiviteit mee in de vorm van identiteit, cultuur, gedrag en denken. Subjectiviteit die meetbaar is met nieuwe meettechnieken en daarmee een tweede datastroom genereert.

In die virtuele realiteit is subjectiviteit leidend en is objectiviteit slechts het gevolg, het resultaat, de neerslag.

Dat is precies de omgedraaide volgorde van hoe het in klassiek bestuurde organisaties is georganiseerd. In die verkeerde volgorde wordt alleen gestuurd op gevolgen. Je blijft krijgen wat je kreeg en je blijft denken wat je dacht. En als je naar je eigen gedragsrealiteit zou kunnen kijken, zoals een kapitein naar het kielzog van zijn schip, dan zou je kunnen zien hoe bochtig de reis van een organisatie wordt als je alleen op gevolgen stuurt. Het is niet de manier waarop je succesvol wordt in de nieuwe wereld.

In de nieuwe wereld ligt succes  in de hard-zacht-koppeling: het verbinden van intenties aan realiteit, van talent aan werk, van individuele mensen aan collectieve intelligentie. De oude verpoppende wereld is een wereld waar het omgedraaide werkt: opgelegd resultaat, individele afrekenbaarheid, een organisatie als mechanische machine waar mensen als radertjes in functioneren.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *